Hyper Sensitive Personality = HSP.
Er wordt veel geschreven over dit onderwerp. Eerder dan vroeger het geval was, krijgt iemand tegenwoordig sneller een label. Vroeger werd er dan ook nauwelijks studie naar gedaan. Simpelweg had je introverte en extraverte mensen. Verlegen of "outspoken". Rustig of druk. Over hypersensitiviteit hoor je pas de laatste 10 jaar iets. Op de site hypersensitief staat een opsomming van de kenmerken van dit fenomeen (ik noem het geen stoornis). Ik citeer hieronder graag even die kenmerken die op mij uitgesproken van toepassing zijn:
- Nemen gedetailleerder, subtieler en intenser waar.
- Zijn erg gevoelig voor prikkels van buitenaf; vaak voelen HSP’s zich hierdoor niet op hun gemak.
- Hebben meer moeite en meer tijd nodig om indrukken te verwerken.
- Hebben een diep en rijk innerlijk leven; dromen, fantaseren en overwegen veel.
- Voelen stemmingen en sferen goed aan.
- Worden meer dan gemiddeld geroerd door natuur, kunst en muziek.
- Eigen emoties en emoties van anderen worden intenser ervaren.
- Hebben moeite met planning en het verkrijgen van structuur.
- Kunnen verlegen overkomen maar zijn dat veelal niet.
- Zijn vaak plichtsgetrouw en perfectionistisch.
- Functioneren minder goed als ze geobserveerd of geëvalueerd worden.
- Zijn vaak zorgzaam en anticiperend op behoeften van anderen; moeite om grenzen aan te geven.
- Hebben relatief meer en sneller last van stress en spanning.
- Lopen groter risico op stemmingswisselingen, depressiviteit, angsten en verslavingen.
Ook op Wikipedia staat veel zinnigs geschreven waarbij ik al lezend, veel moet knikken van herkenning. Omdat het stuk een positieve ondersteuning aan HSP's kan bieden, zal ik het hieronder citeren:
"Aron concludeert dat uit meerdere onderzoeken blijkt dat mensen met een gevoeliger zenuwstelsel zowel intern als extern sterker geprikkeld worden dan gemiddeld. In interne zin zijn HSP's gevoeliger voor emoties, pijn, genot en andere lichamelijke en geestelijke ervaringen. In externe zin zijn HSP's niet alleen gevoeliger voor prikkels zoals geluid en visuele en tactiele stimulatie, maar blijken zij ook meer indrukken op te nemen, waardoor zij zich eerder en meer bewust zijn van details en het aantal mogelijke scenario's die een omgeving in zich bergt. HSP's zijn daardoor meer alert op mogelijke gevaren en zijn eerder geneigd tot het overdenken en inschatten van situaties (stoppen en nadenken in tegenstelling tot actie), wat volgens Aron door collega's vaak ten onrechte als verlegenheid en geremdheid wordt beschouwd. Ook zijn HSP's geneigd tot minder sociale omgang en assertiviteit, volgens Aron wederom niet omdat ze verlegen of weinig sociaal zijn (volgens haar vaak juist integendeel), maar als gevolg van noodzakelijke aanpassing aan hun aangeboren eigenschap die hen noopt voorzichtiger met zichzelf en hun omgeving om te gaan. Tevens zijn HSP's vanwege hun aangeboren opmerkingsvermogen meer geneigd tot empathie (inleving) en blijken zij in met name een rustige omgeving in staat te zijn informatie beter dan gemiddeld in zich op te nemen en tot in alle details en nuances uit te werken.
Voor Aron vormen deze onderzoeksresultaten aanleiding voor een andere, positievere benadering en waardering van hooggevoeligheid.
In praktische zin is het volgens Aron belangrijk dat HSP's zich bewust worden van die aangeboren eigenschap en dat ze hun levenswijze daaraan aanpassen: Meer rust nemen, vaker alleen zijn of de natuur opzoeken en overprikkeling (zoals drukke, competitieve omgevingen, drugs, veel sensatie) beperken. Ook dienen zij schuld- of minderwaardigheidsgevoelens over hun inherente beperkingen los te laten en doen HSP's er beter aan niet te trachten zich te conformeren aan het gedrag van niet-HSP's, zoals vaak door hedendaagse reguliere therapeuten verlangd wordt. Anderzijds besteedt ze veel aandacht aan het waken voor overdrijven, dramatiseren en slachtoffergedrag (beseffen dat hooggevoeligheid sterkere emoties kan oproepen dan reëel gerechtvaardigd is: het bewaken van de interne sensitiviteit), evenals aan enige assertiviteit waaraan het veel HSP's vaak ontbreekt. Ook stimuleert ze HSP's vooral aan het maatschappelijke leven te blijven deelnemen. Omdat hun hooggevoeligheid hen in staat stelt informatie onder de juiste omstandigheden (een rustige werkomgeving zonder een overmaat aan druk en kritiek en overdreven toezicht) beter en uitgebreider te verwerken kunnen zij aanzienlijk aan de samenleving bijdragen. Door deze positieve waardering van en betere omgang met de aangeboren kwaliteiten zullen veel HSP's volgens Aron een gelukkiger geestelijk leven leiden.
Aron wijst dus ook op een sociaal-psychologische context. Hooggevoeligheid brengt volgens haar veel waardevolle eigenschappen met zich mee waardoor HSP's bijvoorbeeld vaak de 'ideale werknemer' zijn: consciëntieus, loyaal, gericht op kwaliteit en met een hoog inzicht in mensen en processen. Daarnaast constateert Aron uit onderzoek dat HSP's zich meer dan gemiddeld aangetrokken voelen tot kunst en wetenschappen en adviserende en verzorgende taken, en minder tot leidinggevende functies en competitieve beroepen. Aangezien deze beroepsgroepen, net als alle andere, menig beroemdheid hebben voortgebracht die van algemeen erkend belang voor mens en samenleving is geweest, wordt dit als ondersteuning van Arons argument gezien dat hooggevoeligheid beslist maatschappelijk positief te waarderen valt in plaats van dat het gecorrigeerd moet worden. Ze stelt dan ook dat de therapeutische psychologie niet moet zwichten voor de eisen van een cultuur of tijdgeest die macht, winst en insensiviteit hoger lijken te waarderen en pleit ook in maatschappelijke zin voor een positieve herwaardering van hooggevoeligheid."